La Velo Francette

Fietsen van de Normandische kust naar de Atlantische Oceaan

Van 17 Juni tot en met 23 Juni 2018

carte-velo-francette-r

Vooraf:

1. La Vélo Francette (VF) loopt van Ouistreham aan de Normandische kust naar La Rochelle aan de Atlantische kust over 628 km. Ze biedt een ideale gelegenheid om minder gekende departementen als Calvados, Mayenne, Maine et Loire en Deux-Sèvres en ondergewaardeerde steden als Caen, Laval, Angers, Saumer en Niort te leren kennen en pareltjes als Clécy, Domfront, Le Thoureil, Montreuil-Bellay, St Généroux, Damvix en Coulon te ontdekken. Met een schitterend laatste stuk door de Marais de Poitevin en met La Rochelle als bruisend eindpunt!

2. De route is pas sinds 2016 volledig gemarkeerd en dit met een roze windhaan, door ons wel eens oneerbiedig “rooie kip” genoemd wanneer we hem niet snel genoeg vonden. Maar dit gebeurde niet veel. Ze wordt officieel ook aangeduid als de V43 en behoort zo tot het grote Franse fiets netwerk.

3. Er bestaat een zeer goeie Franse Vélo Guide met gedetailleerde beschrijvingen van routes en bezienswaardigheden, uitgegeven in 2016 door Editions Ouest-France. Zie http://www.lavelofrancette.com – ook om het traject te downloaden op GPS – en http://www.editionsouestfrance.fr. Wij hebben geen Nederlandse noch Engelse gidsen gevonden. Daarom willen we enkele van onze conclusies hier al in “vooraf” opnemen.

4. De auteur van le Veloguide beschrijft de VF als “ook best doenbaar voor families”. Maar we twijfelen er sterk aan of hij dat zelf ooit al gedaan heeft! Het zou ook best doenbaar moeten zijn maar voor oudere tieners – en dus minder geoefend dan wij en/of minder stamina (??) – zouden we toch een e-bike aanraden, gewoon om het gezellig te houden. Dat is tenminste onze strategie als wij “en famille” dagtochten maken! Er zit immers heel wat klimwerk op de VF vooral tussen Clécy en Flers, tussen Torchamp en La Grande Boufferie (vóór Mayenne), tussen La Daguenière en St Rémy- la-Varenne en vanaf Thouars eigenlijk helemaal tot Niort.

5. Maar er zitten ook zalig relaxte stukken in zoals het begin van Ouistreham tot aan Clécy, heel het eind langs de prachtige Mayenne en vanaf Niort helemaal door de polders tot aan La Rochelle.

6. We schatten dat ongeveer 50% op autovrije paden loopt. De rest volgt uiterst verkeers-luwe wegen behalve dan soms wanneer een stad doorkruist moet worden. Toch slaagt de VF erin om de meeste steden op een aangename manier te negotiëren of te omzeilen of er zelfs de mooiere kanten van te laten zien! Dit is zeker het geval voor Angers en Niort! Eigenlijk moeten Brittannië en Normandië en hun steden geprezen worden voor hun grote inspanningen om de fietser veilig door de stad te loodsen! Ook de automobilisten vertonen er merkwaardig veel eerbied voor de tweewieler, wat niet altijd kan gezegd worden op het platteland…

7. We hebben 7 dagen gefietst en hadden 646 km op de teller waarvan 3369 m geklommen.

8. We fietsen met Koga Worldtraveller, 40 mm banden en enkel achter bepakking. Geen tent, wel een “bug bivy” van Outdoor Research, om een rustige siësta te kunnen doen! Met picknick en 2 flessen water ongeveer 10-12 kg bepakking. Schitterende fietsen (hadden we dat vroeger niet al eens gezegd?!)

9. Je kruist op de VF vele andere lange fietsroutes: de Tour de la Manche (Tour van het Kanaal) als onderdeel van de Central Europe Route (EV 4) in Ouistreham, de Véloscenie tussen Domfront en Mayenne (van Parijs tot de Mont St Michel), la Vélodyssée (EV1) in Marans (de routes lopen samen tot La Rochelle) en la Loire à Velo in Saumur zijn de voornaamste.

10. Een opmerking die we hier willen meegeven en die eigenlijk geldt voor heel Frankrijk en zeker wat we meermaals op de VF ervaren hebben: indien je als fietser een bordje “route barrée” of “déviation” tegenkomt dan moet je je hiervan niets aantrekken! Het is goed mogelijk dat het bordje er al weken of maanden staat en pas zal verdwijnen eind december als de gemeente de jaarlijkse stocktelling doet en ziet dat er enkele bordjes minder in voorraad zijn dan het jaar ervoor.

11. Heel wat van de wegen die je deelt met het lokale autoverkeer worden met het verkeersbord “route déformée” aangeduid. Dat geldt eigenlijk voor de meeste secondaire wegen in Frankrijk: die zijn zoals een lapjesdeken, echter niet aan elkaar genaaid maar al decennia opgelapt met telkens hier en daar een lapje teer en kiezel. De hobbeligste zijn die waarvan al enkele jaren een laagje asfalt is afgeschraapt en wachten op ooit eens een nieuwe begroting die een nieuw laagje asfalt zal toelaten. Eigenlijk zou je de banden van je fiets wat minder strak en hard moeten laten lopen, maar dan riskeer je weer meer puncties…

12. Hieronder hebben we per dag de “tijd op de fiets” (moving time)  en het klimmen en dalen volgens onze Garmin weergegeven. (Niet de verbruikte Kcal omdat die volgens mijn fiets speedometer maar de helft zijn van die op de Garmin. Wij zijn dus geneigd om hier ook de Garmin te geloven omdat we zo elke dag een dessertje mogen nemen…)

logo francette

ONZE ROUTE: 

Dag 1: Van OUISTREHAM naar FLERS: 101 km, 5 h 39 min, 795 m klimmen en 628 m dalen.

De route volgt “le canal de Caen à la Mer” tot in Caen. Daar word je vrij veilig door de stad geloodst en aan de Hippodroom begint een zalig, vlak als een biljarttafel en wondermooi autovrij stuk op een oude spoorweg en dit helemaal tot in Clécy; wat verder waren er wegen werken aan de gang en dus zal de weg waarschijnlijk later zo doorlopen tot in Pont d’Ouilly! Van dan af begint het flink te glooien en dus klimmen geblazen en dat helemaal tot in Flers.

Het loont de moeite om een dagje vroeger in Ouistreham aan te komen! Het stadje is natuurlijk het meest bekend als een van de landingsplaatsen van de geallieerden op het einde van WO II. Maar het is een vrij gezellig plaatsje aan een aantrekkelijke kustlijn, afgeboord met niets meer dan mooie laat 19e – begin 20e eeuwse villa’s. En verkeersvrij tot en met St Luc. Ook in de andere richting zeker even wandelen naar “la Pointe du Siège”. Aan de kerk van Lion- sur- Mer vonden op zaterdagnamiddag petanque duels plaats. Op het scherp van de snee en zonder pastis!! Je hebt er banken om van het “theater aan zee” te genieten! En restaurants “l’Ecume des Mers” (zeebries) en “La Cabane du Vivier” beiden in Lion-sur-Mer aan het strand zijn aanraders! (zeker boeken!)

Caen is een mooie groene stad met de Orne en de jachthaven er midden in die extra sfeer brengen! Zeker even wandelen in de buurt van het kasteel (ooit van Willem de Veroveraar, die van Hastings’ faam). Geluncht in Thury-Hancourt in “Auberge la Suisse Normande”, de beste manier om de beschrijving Zwitsers-Normandisch te begrijpen!
Clécy is dan weer een prachtig gelegen dorpje op de Orne, onder aan de spoorbrug, dat zichzelf adverteert als dé hoofdstad voor rappel (abseiling), canoë, luge en via ferrata.

Pont d’Ouilly is wereldberoemd om zijn “La Guinguette”, letterlijk: “een kleine herberg ergens buiten de stad” maar nu doelend op: “een plaats waar je kan dansen op oude deuntjes”, dikwijls impromptu. In Point d’Ouilly gebeurt dit op een idyllische setting aan de boorden van de Orne. Zeker even voor stoppen!

Om zeker te zijn dat vandaag voor altijd in jouw geheugen gegrift staat passeer je ook Condé-sur- Noireau, de geboorteplaats van admiraal en ontdekkingsreiziger Jules Durmont d’Urville naar wie één van de eilanden in Marlborough Sounds in Nieuw Zeeland is genoemd! (zie reisverslag NZ)

In Ouistreham sliepen we in Ibis Styles voor 119 € met ontbijt. “Styles” betekent waarschijnlijk dat de kamers nauw op het lijf aansluiten. Het hotel adverteert zich ook als Accueil Vélo, maar je moet er wel je fiets voor in de kelder dragen.
In Flers: Hotel Le Galais , 79€ ontbijt inbegrepen. Logis de France (LdF), maar eigenaardig hotel, rare sfeer. Gegeten in pizzeria “La Toscane”, ongeveer het enige wat open was. Niets behalve de pizza’s is er Italiaans (of van Italiaanse origine), maar ze zijn wel lekker. En een fles Côtes de Blaye voor 14€ maakte de avond helemaal goed. (Flers liet eigenlijk geen goeie indruk maar het was zondag en dus doods als verzachtende omstandigheid). We zouden in Pont d’Ouilly blijven overnachten indien te herdoen…

Dag 2: Van Flers naar MAYENNE: 72 Km, 3h 51 min, 340 m klimmen (zonder de klim naar Domfront), 442 m dalen .

Een rustige aanloop op de oude spoorweg tot aan Domfront waarvoor dan een stevige kuitenbijter nodig is om je er te brengen. Loont zeker de moeite! Het is dan ongeveer ook tijd voor een koffie op een terrasje.
In Torchamp is een goeie picknickplaats, in het bos net boven de kanoverhuur. En een siësta is altijd meegenomen vooraleer het glooiend werk te beginnen en dit tot aan la Grande Boufferie (maar minder steil dan de dag ervoor). Van daar kan je weer op de oude spoorweg rustig verder rijden tot aan Mayenne: zowel stad, rivier als departement. (Merk op dat we net voor Mayenne niet het extra toertje van een 30 km naar Jublains hebben gereden; het slechte weer weerhield er ons van. En de dag erna zijn we het gewoonweg vergeten. Maar volgens de gids is het best aan te raden!)

Mayenne is niet verkeerd en dit door de Mayenne die erdoor loopt en het oude kasteel met tuin dat de stad overziet. Het departement was ooit bezit van Kardinaal Mazarin, de opvolger van Richelieu. Door hem is de stad ook aangelegd. Het kasteel zou een interessante verzameling middeleeuws speelgoed bevatten.

Geslapen in le Grand Hotel, een schitterende LdF voor 80 €, zonder ontbijt. Hebben ook een zeer goed restaurant! (Noteer dat we de dag erna net na Mayenne aan de sluis van Sainte Baudelle een mooi en rustig gelegen hotel/restaurant zijn gepasseerd: le Beau Rivage. De moeite om eens uit te checken!)

Dag 3: van Mayenne naar GREZ-NEUVILLE: 106 km, 5h 23 min, 152 geklommen en 198 m gedaald

Een zalige dag door prachtige landschappen! En een bijna vlakke dag langs de Mayenne met enkel een flink klimmetje tussen Ecluse de la Roche en Petit Lourdes Angevin maar daarvoor krijg je Maria’s zegen als beloning!

De rivier is vanaf Mayenne commercieel bevaarbaar en daardoor krijg je wel wat meer culinaire halte mogelijkheden. Maar bijlange niet zoveel als dat er kastelen zijn. Bij elke oogopslag zie je er weer een tussen de bomen verschijnen! Volgens enkele lokalen daarover gevraagd zou de rijkdom van de streek vooral door de van oudsher intensieve veeteelt gegenereerd zijn…

Koffie in La Guinguette in Montflours aan Pont de Rochefort; door Laval gefietst maar Château Gontier rechts laten liggen. Op het nog volle terras van het restaurant “Ecluse de la Bavouze” kan je om 15.00h in de namiddag merken wat “leven als God in Frankrijk” betekent: aan de kledij te zien waren de meeste gasten duidelijk “op kantoor”!

Ménil heeft een gezellig uitziende camping en verhuurt ook caravans. We hebben Lion d’Angers rechts laten liggen en geboekt net erna in Grez- Neuville in le Manoir de Grez-Bois, een heel mooie en sympathieke B&B voor 100 €. Een hartige en daarna een zoete crêpe op het terras van l’Ecluse de Grez-Neuville als diner.

Dag 4: Van Grez-Neuville naar SAUMUR: 97 km, 5h 30 min, 375 m geklommen, 355 m gedaald

Noteer dat er nog altijd een “déviation” staat na Grez Neuville die jou klimmend eerst langs Château des Grandes Maisons brengt en dan langs Port Albert, en dat je enig zoekwerk moet doen vooraleer je door Béné weer de route vindt. Dit terwijl de route langs de Mayenne eigenlijk open is, zo bleek bij navraag. Niet getreurd, echter. We hadden koffie aan le bac (het veer) de Port de l’Ile net voor Angers.

Wij houden van koffie haltes, wij houden van op een gezellig uitziend terrasje de wereld even gade te slaan. Of het uiteindelijk echt gezellig is – indien zo, dan resulteert dat meestal in een tweede koffie – hangt van veel dingen af: sympathieke bediening, relaxed, niet te veel rokers op het terras, een beetje zon of een zalig windje, geen honden die onder verschillende tafels naar elkaar liggen grommen en blaffen, geen brullende Harley’s en … lekkere koffie.

Over “koffie in Frankrijk” zou een stukjesschrijver een flink boompje kunnen opzetten. Ook omdat de naam niet overal dezelfde lading dekt. Wij bestellen na al die jaren in Frankrijk meestal “un grand café crème” en dat is in de helft van de gevallen wat we echt willen: een grote kop vrij sterke koffie met een scheutje warme melk. Vroeger bestelden we “un grand café au lait” maar ofwel kwam die met koude melk ernaast – of nog erger: met een “plastieken” melkje – ofwel krijg je meer melk dan koffie; maar indien deze bestelling onmiddellijk als “un grand crème” verbeterd werd dan zaten we meestal goed.

Ik drink eigenlijk mijn koffie het liefste zwart. Maar bij zo’n bestelling krijg je ofwel een centimeter vloeibare teer – na twee zo’n koffies ga je zitten beven op jouw stuur – ofwel bestelde ik vroeger al eens “un café Américain” wat eigenlijk een espresso met wat meer water moet betekenen. Na een verwerpelijke blik van de dienster, arriveerde er meestal water met wat koffie. Nu is die naam veranderd in “café allongé” dus letterlijk ”aangelengde koffie” maar veel plaatsen beschouwen dit nog altijd als een vrijgeleide om water met wat koffie te serveren. Vandaar dat ik mij bij de realiteit heb neergelegd en bij het compromis blijf.
Maar indien de dienster of “garçon” echt sympathiek overkomt dan durven we al eens “un grand cafe” te vragen “avec du lait chaud à coté”. Dan kunnen we zelf de sterkte van onze koffie regelen! Maar soms is onze inschatting nog wel eens verkeerd en dan worden we opnieuw gecorrigeerd met “un grand crème, alors!”

De route brengt je op een aangename manier verder rond Angers met prachtig zicht op de oude stad, het mooist wanneer geproefd langs de Maine op de Quai des Carmes met “gourmandises” van Boulangerie des Carmes (zie foto)!

Verder gaat het langs le Lac de Maine en via het prachtig gelegen Bouchemaine op de samenloop van de Maine en de Loire. Tussen La Daguenière en St Remy la Varenne tot voor de oversteek klimt het nogal met nog enkele glooiingen erna tot in Le Thoureil. Maar hier word je beloond voor alle moeite met een schitterend dorpje op de Loire. Een langer bezoekje waard, voor lunch, diner of zelfs overnachting! De hogere variant brengt je verder langs Cunault en Trèves, beiden met mooie vergezichten. Een laatste “warm-down” omhoog naar de golf van Saumur om dan de stad in te duiken voor een welverdiende douche en diner!
Geslapen in Adagio (Best Western) voor 90 € zonder ontbijt met diner er net naast in la Bouche à l’Oreille. We hebben geen extra moeite meer gedaan om iets anders te zoeken, die avond. Beiden ok.
Saumur niet bezocht. Er zelfs niet doorgereden. Ongehoord, wellicht!

Dag 5: Van Saumur naar ST. LOUP SUR THOUET, 89 km, 5h 05 min, 599 m klimmen, 538 m dalen.

Een schitterende dag langs le Thouet maar weer eentje waarna je je diner dubbel en dik verdient! Montreuil – Bellay: prachtig! Zeker de tijd nemen om er even in rond te lopen. De weg erna volgt opnieuw de Thouet met bij Thouars, net na het Eiffel viaduct, een klim weggelegd voor een koersfiets en zonder bepakking. Maar hoe dan ook: je komt er zeker puffend en steunend boven in een stad die eerst niet veel soeps lijkt maar toch een mooie kerk en stadsplein heeft en wat verder aan de rivier een imposant fort.

De route vervolgt op en neer met een niet te missen stop aan het kerkje van St. Généroux – en zelfs aanbevolen want hier mogelijkheid na lang zonder, tot bijvullen van de drinkflessen. Het zou het oudste kerkje in Deux-Sèvres zijn daterend van de Karolingische tijd; in elk geval: Romaanser kan niet! Of “où Dieu a planté sa tente”…?! Wat verder over het kerkje is er een vroegmiddeleeuws brugje in wel zéér oorspronkelijke staat. Het dorpje heeft ook een auberge, evident “Au bon Acceuil”, waar je voor 54€ pp van halfpension zou kunnen genieten.

Al dat moois brengt je verder en over meerdere glooiingen tot aan Airvault. Alles was daar volgeboekt; jammer want het stadje ziet er best aardig uit. Maar eventjes doorgefietst nog naar St Loup-sur-Thouet en dit bleek ook een meevaller: een rustig niemendalletje, zo denk je eerst, maar wel degelijk met twee kastelen. Geslapen in het krakende en piepende maar schattige “Le relais du Chapeau Rouge” voor 71€ met ontbijt, een LdF gerund door een lieve mevrouw. En een lekker menu voor 24€.

Dag 6: Van Saint Loup sur Thouet naar NIORT: 88 km, 5h 08 min, 991 meter klimmen – 1012 m dalen.

De zwaarste etappe, wel zonder beklimmingen buiten categorie maar toch met enkele flinke hellingen. En bij warm weer denk er aan wat extra water met extra energie mee te nemen!

Het naderen van Parthenay is vervelend omdat je de stad van verre voor jou ziet liggen maar er 3 keer voor op en af moet gaan zonder veel aan hoogte te winnen en dit op een hobbelige weg. Het centrum van de stad zelf heeft charme door de vakwerkhuizen en de vele wapenschilden die er in de middeleeuwse straten worden geëtaleerd. Maar het riep bij mij niet direct het gevoel op om in maliënkolder jonkvrouwen uit de handen van snoodaards te gaan bevrijden…

Bij het buitenrijden van Parthenay was de rooie kip even zoek. Tot we ten langen laatste toch St Aubin Le Cloud zijn gevolgd, alhoewel zonder kip aangeduid en verkeerde richting volgens onze GPS. Maar bleek uiteindelijk in Parthenay-le-Vieux toch de juiste richting uit te draaien.
In Mazières-en-Gatine zijn enkele voorzieningen, in Champdeniers-st-Denis was alles gesloten toen we er passeerden. (De middagpauze is heilig in Frankrijk!) Het glooiend werk brengt je langs het kasteel van Coudray-Salbart, een echt middeleeuws bolwerk en te bezoeken voor de liefhebbers.

Van hier af volgen we la Sèvre Niortaise (tot aan de Port de Marans). Niort rijden we rustig binnen langs de gekanaliseeerde rivier (de “Sentinelle”) en le Donjon probeert direct te imponeren. Rond de Hallen is het fijn slenteren en op zondag is er een gezellige markt. Overnacht bijna naast le Donjon in Interhotel du Moulin voor 86€ incl ontbijt. Ok. (wandel ook eens over de brug (Noord) naar het heraangelegde “le Port de Boinot”: een zalig plekje!)

Gegeten aan de Esplanade de la République met een overvloed aan keuzemogelijkheden. Maar onze keuze was een tegenvaller!
De dienster vroeg ons na het hoofdgerecht en bij het afruimen: “tout c’est bien passé”? Letterlijk: of alles goed verlopen was… Dit is een vraag die je meer en meer krijgt over heel Frankrijk en meestal van jong restaurant personeel. Misschien typisch een vraag die past bij een internet generatie? Of het eten veilig in de maag is terecht gekomen? Geen onverwachte errors bij het downloaden? Was je Capslock nog aan bij het naar binnen lepelen?
Je verwacht normaal “of het lekker was” als vraag waar je dan “c’était bon” of “délicieux” op antwoordt naargelang de graad van voldoening. “Of alles goed verlopen is” verwacht je eerder te horen in de wachtzaal van de verloskamer in een materniteit. Wel, indien de vergelijking volledig zou opgaan, dan was het in dit restaurant alleszins een zware bevalling…l

In restaurants hoor je wel meer van die nieuwe stereotiepe uitdrukkingen. Onze favorieten zijn “ça marche”, te horen nadat je jouw keuze van het menu gemaakt hebt en om zeker te zijn dat die daadwerkelijk zo naar de keuken zal worden doorgegeven. En “taque” wat zoveel als “voici” betekent. Maar helemaal onnozel vinden we “uppah”, zoveel als het Engelse “here you are”…

Dag 7: Van Niort naar LA ROCHELLE : 93 km, 4h 58 min, 217 m klimmen, 192 dalen.

Het goeie nieuws eerst: de enige kleine beklimming (“eentje om het af te leren”) komt net na Magné. Van dan af gaat het vlak door de Marais de Poitevin en langs de kanalen van Pomère en Marans naar La Rochelle.
En een prachtige dag fietsen door een gebied met idyllische kunstwerkjes als Coulon, Damvix en Pont de Marans en door kanaaltjes en landschappen die eigenlijk een hele week jouw genieten verdienen!

La Rochelle of de “witte stad” en de hoofdstad van la Charente-Maritime als eindpunt is dan zowat het tegenovergestelde maar de stad krijgt onmiddellijk sympathie door haar ligging op de zee en haar oude haven. En je krijgt er als fietser en wandelaar ook de hoofdrol toe bedeeld!

We sliepen in Hotel Henri IV voor 80 € zonder ontbijt. Goed maar veel lawaai ’s nachts in de oude binnenstad. Lekker gegeten in visrestaurant Bar André (boeken!), een “instituut” als Chez Paul in Arcachon en Chez Léon in Parijs. En, in de zomer vergeet zeker niet naar “La Belle du Gabut” te gaan op de gelijknamige Quai waar dagelijks een soort van moderne Guinguette wordt gehouden met dans en muziek en dit tot middernacht.

CONCLUSIE la VELO FRANCETTE: (de meeste punten staan al in “Vooraf”)

1. De VF is natuurlijk ten sterkste aan te bevelen! En moet zeker op het lijstje komen van iedere fiets en Frankrijk liefhebber!

2. Het klimmen zou niemand mogen afschrikken! Gewoon wat kortere etappes uitstippelen moet dit kleine euvel kunnen overkomen!

3. Waar we waarschijnlijk zouden willen blijven overnachten bij een eventuele volgende keer:

1. Caen (ideaal eerst overnachten in Ouistreham, of ergens anders langs de kust indien meer interesse in musea re de Landing van de Geallieerden)
2. Clécy
3. Domfront
4. Mayenne (in Beau Rivage)
5. Angers
6. Le Thoureil
7. Airvault
8. Coulon of Damvix
9. Châtelaillon-Plage: ligt een 12 km ten zuiden van La Rochelle (volg de Vélodyssée) : een prachtig stukje zee met prachtige huizen langs het strand, dus zonder weg tussen de zee en de bebouwing! Enig mooi! Zo ongelofelijk anders en mooier dan de Belgische kust!

4. Wij zijn nog verder gefietst naar Royan (verbleven in het prachtige Saint-Palais-sur- Mer, net boven Royan) en dan naar Bordeaux via Blaye, dus langs de rechterover van de Gironde: tot onze aangename verrassing ook zeer goed bewegwijzerd! En passerend langs een ander juweeltje :Talmont-sur-Gironde. Dit beschrijven we in een apart verslag: Royan naar Bordeaux via Blaye.

5. Eigenlijk zijn we onze reis begonnen in Bordeaux en zijn zo naar Lacanau-Océan gereden om vandaar de Vélodyssée richting noorden te volgen tot in Roscoff. De Velodyssee is zalig in die zin dat de route voor 80% op autovrije wegen loopt en je er soms uren door de natuur rijdt zonder een andere ziel tegen te komen (zie VD). De bedoeling was om dan de Kanaalroute (fietsen rond het Kanaal) te volgen, maar het slechte weer had ons al enkele dagen vertraging doen oplopen. Dus hebben we de trein genomen van Morlaix naar Caen (Via Rennes).

La Velo Francette places of interest