Van Maro naar Bolonia of van Coast to Coast
2 tot 8 Mei 2019
Of ook wel “van de Middellandse zee naar de Atlantische Oceaan” genoemd als je het nog wat grootser wilt…
VOORAF (met al de meeste aanbevelingen)
1. Wanneer je zoekt naar meerdaagse tochten die ook buiten de zomermaanden kunnen worden gelopen – met weinig sneeuw en met accommodatie om te overnachten – en met dagelijkse hoogteverschillen waarvoor het de moeite loont om de bergschoenen boven te halen, dan komt Andalusië al gauw als keuze naar voor. Temeer omdat Cicerone er een uitstekende editie aan gewijd heeft: “The Andalucían Coast to Coast walk”, opgetekend en samengesteld door Guy Hunter-Watts.
2. De gids beschrijft een tocht van 21 dagen over een afstand van 416 kilometer met een positief hoogteverschil van 12.330 meter – dus dagelijks een gemiddelde van 600 m klimmen. Met iedere dag overnachten in een interessant dorpje of er dichtbij indien je het nog wat kleurrijker wilt maken. Alle dorpjes zijn met een auto te bereiken en indien nodig, een lokale taxi – de bijklussende Juan – is ook altijd te vinden.
3. De route biedt verrassend veel variatie: ze loopt langs verschillende beschermde natuurgebieden en bergketens met mooie panorama’s, langs olijf, amandel, avocado en citrus gaarden en plantages, langs artisjok en bloemkool velden , langs wondermooie wilde bloemen, door pijnboombossen, langs loofbossen met schichtige reeën, langs kuddes geiten, langs woestijnachtige cactus groei met soms een weg schuifelende adder, door het vel-van-het-onderbeen schurende begroeiing en met gieren en arenden die het tafereel van bovenuit nieuwsgierig aanschouwen, zoals in spaghetti westerns.
4. De route door Mr Hunter-Watts probeert “off the beaten track te zijn”, dwz ze volgt weinig bestaande GR’s die uitgetekend zijn met de dagjestoerist voor ogen en dus eerder saai; en in Spanje meestal verhard en met een overvloed aan aanduiding, vooral daar waar de route duidelijk is en voor de hand liggend. Neen, de route neemt soms verrassende wendingen en daarom neem je beter ook wat beenbescherming mee onder de vorm van een lange wandel broek of -indien je dat te warm is – beenbeschermers of “gaiters”.
5. Mei is een zeer goeie maand voor deze wandeling: ze garandeert de mooiste bloemenpracht en een bijna continue frisse zeewind met namiddagtemperaturen van 27 tot 29 graden Celsius. Toch kan het in de latere namiddag heet zijn vooral wanneer je je in een eerder beschermde vallei bevindt. 2 liter water per persoon bij het vertrek elke dag is dan ook een must. En watervoorzieningen zijn schaars de eerste week! Noteer dat we ook een “Lifestraw” filter bijhebben die ons toelaat om water van een niet gewaarborgde bron te nemen en in nood toch nog te gebruiken.
6. Hieronder geven we per dag de totale afstand en de totale tijd die we naar een “mijlpaal” hebben gelopen. De indicaties volgens Cicerone zijn echter vrij betrouwbaar. De routebeschrijvingen zijn het ook, maar soms is de GPS toch wel een grote hulp, vooral in eerder “eentonige” landschappen zonder noemenswaardige identificatiepunten… Niet dat je zonder verloren loopt, maar je zou wel wat meer tijd kunnen spenderen om de juiste weg te vinden met wat extra spanningen en dus hoger waterverbruik ter afkoeling…
7. Best ook even je Spaans wat opfrissen of vooraf inoefenen welke gebaren je als werkwoorden zult gebruiken bij de meest essentiële woordenschat van eten, drinken en slapen.
8. Best ook altijd cash voor minimum 2 dagen op zak hebben; want soms is de enige “cajero” in het dorp ook buiten gebruik…
9. Noteer ook dat de Siërra’s oude gebergtes zijn en dus bijna helemaal afgebrokkeld…; of dat je nogal dikwijls op gebulldozerde grindwegen moet lopen….In elk geval: je loopt soms uren op paden of weggetjes die je voetzolen tiranniseren. Dikke zolen helpen! Hierbij denk ik onmiddellijk aan “Hoka” schoenen. (Niet dat we gesponsord worden door het merk – indien dat vooralsnog zou gebeuren, dan nemen we dat er wel graag bij!)
10. Een volgende keer neem ik ook zeker een wandelstok mee! Je passeert immers nu en dan een geitenboerderij met wat onvriendelijke, aan een ketting rukkende honden die blijkbaar vossen op afstand moeten houden. Eén terugkerende nachtmerrie van mij toont een bijna volledig uitgesleten schakel in die ketting net vóór die bij een volgende ruk open knapt en een hond die grommend op ons afstormt…
11. Bij iedere etappe best de avond ervoor of dezelfde morgen nog even telefoneren naar een volgende bestemming om te reserveren! Zelfs al is het niet druk, soms wordt de sleutel van je overnachting slechts tussen bepaalde tijden afgegeven!
12. We hebben uiteindelijk maar 1 week van de 3 weken gestapt en zijn om familiale redenen moeten vertrekken. We doen de resterende 2 weken zeker een andere keer! Het mooiste moet immers nog komen, lezen we!
13. We bereikten Maro vanuit Malaga (zie kleine beschrijving over de stad en Caminito del Rey in “conclusies”). Eerst met de bus naar Nerja: neem de Alsa bus aan de “Mirador Princess” – het rad in Malaga – Estación autobuses Malaga, 5 € pp, 1 uur. En van Nerja met de taxi naar Maro (8 €). In Maro kan je een namiddag spenderen met een dipje in de zee en een drankje op de Playa de Maro. Dit is ook het officiële begin van de wandeling (en zo heb je al een 50 meter hoogteverschil overwonnen vóór je eerste dag stappen!).
In Maro verbleven we in de Playamaro Hotel voor 74 € met ontbijt. Ok. Ook diner, ok (er zijn niet veel alternatieven…!). Het ontbijt start pas om 8.30 h en je laveert ervoor tussen de vegende borstels en de boenende zwabbers…
DE ROUTE
Dag 1: Van Maro naar FRIGILIANA, 15.8 km, 886 meter klimmen vanaf het kerkje in Maro, (930 meter vanaf het strand), 4h30m stappen.
Geen watervoorzieningen onderweg (behalve Rio Chillar in nood).
Pass 1: 2h en 531 meter hoogte; Pass 2: 2h55m en 513 m hoogte; Pass 3: 3h30 m en 450 m hoogte; Pass 4: 3h40m en 471 meter hoogte.
Noteer 1. Dat je waarschijnlijk door het mooie riviertje Chillar zal moeten waden na Pass 1. Wij dragen altijd sandalen met ons mee, ook voor dat doel. Maar bij mooi weer is een dip in het water welgekomen!
2. Na het riviertje kan je makkelijk mislopen: de “marker post” beschreven in het boekje leest als “sentero privado”: onmiddellijk achter dit bordje klimt het pad naar links en omhoog! Dus niet de geschilderde pijl Frigiliana naar rechts volgen!
Dit is een prachtige eerste dag! Wel stevig! En na de eerste pass schuur je langs zo veel wilde rozemarijn dat je bij aankomst in Frigiliana à point gemarineerd bent en klaar om op de bbq te gaan!
Frigiliana is best mooi, wat toeristisch maar net gezellig genoeg in deze periode van het jaar! Na de douche en de was gezellig nog even door het oude stadje slenteren (wel wat klimmen en dalen). Ook zeker een Euro in de mechanische poppenkast gooien!
Gegeten in Oshun, niet zo’n success. Een beter alternatief lijkt ons El Mirador.
Geslapen in Villa Frigiliana waar je de geest van Franco nog kunt zien rondwaren… (Tel: 952 534 008), 80 € met onbijt. Ok! Noteer dat er echter heel wat B&B zijn in het stadje. Merk ook op dat las Chinas geen kamers meer verhuurt.
Dag 2: Van Frigiliana naar COMPETA: 18.97 km, 951 m klimmen, 4h55m stappen
Het hoogste punt vandaag is op 941 meter, vóór Puerto de Collado.
Acebuchal: 1h40m; Fàbrica de Luz: 2h25m; La Fuente de la Teja (droog!!): 3h15m; Casa de la Mina (gesloten!): 3h 25m; Puerto de Collado: 3h55m (goeie picnic plaats)
Je begint de dag onmiddellijk met een stevige kuitenbijter en met een niet zo evident pad: volg de blauwe stippen, kijk noordoost!
Daarna een afdaling naar Acebuchal waar je NIET niet kan stoppen! Is een idyllisch “dorpje” – eerder een straatje – fraai heropgebouwd nadat de troepen van Franco er lelijk huisgehouden hadden. 2 terrasjes van 2 restaurants van 2 broers nodigen je minstens uit tot een koffie! Die bestel je best binnen want dan zie je ook de huisgemaakte taarten op de toog geëtaleerd! Zo vind je jezelf waarschijnlijk taart aan het eten om 10.30 h ’s morgens. Beschouw het als een tapa! En jammer eigenlijk dat je nog een hele tocht voor de boeg hebt want de menukaart ziet er ook enig uit! (Merk op dat de 2 restaurants enkel ’s middags open zijn en geen kredietkaarten aanvaarden).
Na de Fabrica begin je aan een lange hete want uit de wind – en wat saaie- klim tot aan la Puerto. Hier krijg je een goed zicht op wat je die dag hebt gelopen. Met nog een lange, eerder doodse afdaling naar Còmpeta. Maar dit is ook wel een sympathiek stadje/dorpje. Je kan er best nog even van genieten na de de was en de plas.
Geslapen in het zeer sympathieke Balcon de Cómpeta (Tel: 952 553 662) voor 71 € met ontbijt (kamer met balkon) Goed! En gegeten in El Pilòn (reserveren!) Goed.
Dag 3: Van Cómpeta naar SEDELLA : 14.92 km , 4h22m, 612 m klimmen, 846 m hoogste punt.
Puerto de la Cruz del Muerte: 2h25m en 818m hoogte; water deposit with tap (no water!): 2h55m; Ruined farm: 3h35m.
Noteer: 1. In tegenstelling tot wat het boek vermeldt is het pad langs de Río Càjula nu zeer goed aangelegd en aangeduid als Camino Río. Hier liepen we door een ongelooflijke variëteit aan prachtige wilde bloemen in bloei!
2. na de “rivierbedding met 2 kastanjebomen” waar je rechts omhoog moet, laat je bij het klimmen de olijfbomen aan je rechterkant (je gaat niet “door” de olijfboomgaard!) waarna je tussen de 2 gebouwen van de bouwvallige boerderij loopt (het ovengebouwtje is aan je rechterkant). Van hieraf is het pad weer duidelijk zichtbaar en prachtig door pijnboombossen.
3. Deze avond zal je ook je benen niet hoeven te scheren, tenzij je gaiters aan had.
Voor de aankomst in Sedella is er nog een fotomoment aan de Puente Romana. En Sedella: wel, naast een koffietje in het norse Restaurante Lorena zal het volgende heuglijke moment misschien wel het verlaten van het dorp zijn …
Gelukkig is er het gezellige B&B Lagabella in de buurt (Tel: 626 386 276, in Canillas de Aceituno, even lopen toch, of even telefoneren…) met heel mooie en gerieflijke kamers (95€ met ontbijt) en lekker eten (22€ voor een fijn menuutje!) Bij de sympathieke Karin en Ludo voel je je onmiddellijk thuis! Een aanrader!
Dag 4: van Sedella naar ALCAUCIN: 19.05 km, juist 7h, 1114 m klimmen, 1304 meter dalen. Hoogste punt is op 1389 meter. (Noteer: wij hebben dubbel zo veel dalen gemeten als het boek aangeeft…!)
Fuente del Pisadico del Niňo: 1h25m, op 1196m; Eerste Ridge: 1h40m, 1265m; Collada de la Gitana: 3h20 en op 1386 m hoogte; Collado del Pasaje: 5h10m op 1132m;
Een stevige maar mooie dag rond de voet van La Maroma!!! Er is drinkbaar water bij de Fuente del Pisadico; komt wel vroeg op de dag, maar er best toch nog eens wat extra drinken en de flessen bijvullen want geen water meer erna!
Vanaf de eerste ridge/bergtop op 1265m tot aan de Collada de la Gitana moet je door heel wat doornige ondergroei! Dus best bescherming voorzien voor de onderbenen die de vorige dag ook al wat te verduren hebben gekregen en uiterst gevoelig zijn geworden. En de route is naar de Collada toe wat moeilijk te vinden! Opteer voor de hogere variant bij twijfel…!
Na de Collada is het mooi maar warm want beschut van de wind!
Noteer dat we geen rode stippen hebben gezien na de Collada del Pasaje maar de route was er heel duidelijk.
Nog een laatste punt: bijna in Alcaucín, nadat je de steengroeve bent gepasseerd ga je wel degelijk rechts naar het kerkhof – blijf hoog! (dus niet “rechtdoor” volgens het boek).
Geslapen in Hotel Sierra Tejeda (tel: 951 167 102) voor 40 € zonder ontbijt. Ok. Gegeten op terras van El Rancho Grande met uitzicht. Ok. Gezellige couleur locale! (El Ciervo ziet er wat gesofisticeerder uit, maar het terras biedt minder panorama) En ontbijt (de tostada con aceite y tomates) bij Enrique. Wel verontrustend dat je hier om 8 uur ’s morgens de enige klant bent die eet… Alle andere, lokale gasten drinken er, maar geen koffie…!
Dag 5: Van Alcaucín naar VENTAS DE ZAFARRAYA: 19.21 km, 4h 36 minuten, 646m klimmen, 250 m dalen. Hoogste punt op 1055m.
Alcazàr op 1h10m; Cortijo de la Alcauca op 2h27 m en op 1055m hoogte.
Een mooie en makkelijke ochtendklim tot aan El Cortijo de la Alcauca langs de beboste voet van La Maroma, met 2 reetjes die uit het loofbos kwamen loeren.
Maar van dan af is het mooiste van de dag voorbij. Het Arboretum/Cortijo de Alcauca valt ook dik tegen als picnic plaats: geen water, de aangeplante walnotenbomen staan er te verdorren en de andere “voorzieningen” kunnen een behandeling met een hogedrukspuit best gebruiken!
Wel sta je versteld van wat er geteeld wordt in de vruchtbare vallei ten oosten van Zafarraya: zo loop je langs bloemkolen die begin Mei klaar staan losgesneden te worden en artisjokken die niet lang erna ook zullen worden gerooid.
Ventas de Zafarraya, letterlijk “wegrestauranten” van…. Wel, er blijft er nog één over: “Hier wil ik je ontmoeten” (Tel: 958 362 222) en waar je ook kunt verblijven voor 40€ met ontbijt. (Er is wel nog het pensionnetje El Andalus langs de grote drukke weg die naar Ventas loopt.). “Aqui te quiero ver ” is ook weer gezellige couleur locale maar heel netjes en met een lekkere keuken! De bazin aan het vuur en de patron achter de toog – die zit wel nogal eens aan de fles. Andersom zou wellicht veiliger zijn, maar minder lekker.
Ventas voelt eerst aan als een spookstadje, zo uit een western geplukt, maar het heeft wel degelijk een verrassing in petto: loop even naar de Mirador El Boquete en door de tunnel richting Riogordo!! Hier krijg je een prachtig zicht op wat je die dag in de voormiddag hebt gelopen en op de altijd imposante La Maroma! En als het helemaal meezit die dag zie je ook de attractie van heel Zafarraya en omstreken: de miniatuur stoomtrein met zijn niet zo miniatuur machinist die trots de gepensioneerde leden van de lokale middenstands- en andere verenigingen naar het uitkijkpunt aanvoert.
Dag 6: Van Ventas de Zafarraya naar RIOGORDO: 23.91 km, 5h39m. 459 meter klimmen, 931 m dalen.
Afslag naar Guaro: 1h; bron tussen de populieren: 1h45m; Cortijo de la Cueva: 2h45m; Poljarin Bajo: 3h10m; Bron van de Guaro (met schildpadjes): 3h55m; Cortijo Sabar: 4h35m, op 659m hoogte.
Prachtige wandeling tot aan Poljarin met golvende grasvelden (hooivelden) en olijf en amandel gaarden op een achtergrond van ruige schoonheid! In Poljarin Alto is er ook een gezellig restaurantje met dezelfde naam, net op tijd voor de lunch! Of om bij te tanken! Bij geluk passeert de lokale kudde schapen net door het dorp.
Riogordo is zowat een anticlimax… Alhoewel een “stadje” van 3000 inwoners zie je er vooral heiligenbeelden in nissen gebouwd. Zelfs de bakker naast La Era beroemt zich op afstamming van Nazareth.
Mesòn La Era heeft typische bedevaart kamertjes (30 € met ontbijt) maar het restaurant ervan was gesloten op dinsdag. Enig alternatief: pizzeria boven de Eroski supermarkt. Het personeel daar blijkt zowel onder als boven te werken en we verdenken de pizza’s ook van onder en in bevroren toestand te komen…
Het restaurant bleek ook eerder de enige lokale en wat hippe bar te zijn waar Liverpool FC Barcelona er net van langs gaf op het grote scherm. Na de eerste helft vertrok onmiddellijk iedereen naar huis zoals wij. Dachten we. Wij waren verwonderd van zoveel discipline: de volgende dag was immers opnieuw een werkdag! Maar, eens buiten bleef iedereen op het terras, om een sigaretje op te steken, natuurlijk… En klaar voor de 2e helft!
Dag 7: Van Riogordo naar VILLANUEVA DE CAUCHE: 16.47 km, 3h50m. 663 meter klimmen, 395m dalen met als hoogste punt 932 m bij km37 op de A-7204.
Ruta la Molina : hoogste punt op 889 meter en na 1h5m; hoogste punt op de A-7204 na 2h45m.
Je start de dag met enkele mooie panorama’s maar de laatste 6 km asfaltlopen zijn wat te veel op asfalt lopen! Gelukkig kom je nogal wat CyclingCountry fietsers tegen als afkoeling!
Om aan te komen in Villanueva de Cauche dat jammer genoeg langs de drukke A-45 autoweg ligt. Anders zou het kerkplein met wat muziek van Ennio Morricone op de achtergrond en wat in de wind klappende deuren de passende achtergrond vormen voor een duel; pistolen te trekken op de laatste klokslag van 12 uur.
Gelukkig was seňor Miguel bereikbaar op 670 766 787 om ons naar Villanueva de Concepciòn te brengen.
Hier hadden we onze eerste ervaring met een toeristische dienst. Gelukkig was die gevestigd in het onthaal van het stadsbestuur en wist de stadsbediende beter hoe telefoonnummers te Googelen dan die van de toeristische dienst.
El Rincon nam de telefoon gelukkig niet op, dus op naar La Posada del Torcal, een prachtige en uiterst charmante B&B gerund door Corine en Mark. (140 € met ontbijt). Als er nog een greintje cliché zou overblijven bij de Vlaming omtrent de culinaire onkunde van Nederlanders, dan veegt Mark die gelijk op de schop met een menu van 30€ waar je in België lang moet naar zoeken en dan zeker voor dubbel de prijs! Een aanrader!
CONCLUSIES
1. De meeste conclusies hebben we al opgenomen in “Vooraf”.
2. Het volstaat om te zeggen dat we zeker teruggaan naar Andalucia om de route volledig te lopen! Je ervaart er niet de weidsheid van gebergten als de Alpen en de Pyreneen (En Nepal…) maar de route biedt andere charmes! Temeer omdat de mooiste plaatsjes op onze tocht (op papier althans) nog moeten komen: Ronda, Jimena de la Frontera, El Burgo, etc.
3. Nog iets over Malaga: Het heeft een mooie oude, verkeersvrije en gezellige binnenstad met zeker twee schitterende musea: Picasso (online boeken om de rijen te vermijden!) en Carmen Thyssen. Het strand en de promenade erlangs konden ons echter niet bekoren. We verbleven 2 nachten in Hotel Atarazanas, een degelijk hotelletje met goeie locatie voor 85 € per nacht zonder ontbijt.
4. Caminito del Rey: een bezoek waard! Ietsjes minder spectaculair dan de foto’s je doen vermoeden ! Maar zeker niet om je te laten afschrikken: de wandeling door de canyons van de Guadalhorce is 100% veilig. En niet lastig: slechts 7 km en bijna plat of dalend. We boekten een bezoek via GetyourGuide, een halve dagtrip vanuit Malaga – je wordt opgepikt aan de bushalte Plaza Del Toro – voor 45€ per persoon. Eerder duur maar dit garandeert je wel toegang indien je laat bent om te boeken; slechts 1100 bezoekers per dag zijn toegelaten